trajectum 15/16 #03

48
www.trajectum.hu.nl | magazine voor Hogeschool Utrecht TRAJECTUM #03 | 08 03 2016

Upload: trajectum

Post on 26-Jul-2016

231 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

De nieuwe Trajectum—nu in de bakken! Of lees 'm online: http://www.trajectum.hu.nl/magazine/trajectum_1516_03 Een themanummer over de nieuw economie met o.a. + Trendwatcher/filosoof Ruud Veltenaar weet hoe de nieuwe wereld eruit zal zien. We moeten pijn lijden om daar te komen. + Delen is hot. Airbnb, Uber, Maaltijd aan Huis. We delen steeds meer. Ook handig voor studenten met een smalle beurs. + Zelf doen. Dat is de opvatting van ambitieuze studenten die al tijdens hun opleiding met een start-up beginnen. + Een retro beeldrepo. Je hebt ze nog: stuenten met een oldtimer, zonder smartphone, en ouderwets gekleed. + Zora de zorgrobot rukt op als collega en vriendin in de zorg.

TRANSCRIPT

Page 1: Trajectum 15/16 #03

www.trajectum.hu.nl | magazine voor Hogeschool Utrecht TRAJECTUM #0

3 | 0

8 03

201

6

www.trajectum.hu.nl | magazine voor Hogeschool Utrecht TRAJECTUMTRAJECTUM

Page 2: Trajectum 15/16 #03

KopTekst.

Janny [email protected]

REDACTIONEEL

2 TRAJECTUM#3 08032016

INTERVIEW

TRANSITIE

Trendwatcher/filosoof Ruud Vel-

tenaar weet hoe de nieuwe we-

reld eruit zal zien. Maar we

moeten pijn lijden om daar te

komen

10 24BEELDREPORTAGE

RETRO

Niet iedereen laat zich gek maken

door nieuwe gadgets. Je hebt ze

nog: studenten met een oldtimer,

zonder smartphone, een analoge

camera en ouderwets gekleed

KopTekst.

Janny [email protected]

REDACTIONEEL

2 TRAJECTUM#3 08032016

Page 3: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 3

4

15

41

42

47

IEDERE DAG VERS trajectum.hu.nl

twitter.com/trajectum facebook.com/trajectum

ACHTERGRONDWat staat ons te wachten?

ENQUETEStudenten over hun toekomst

UITTIPS

OPINIEPleidooi voor echt contact

WINACTIES

ACHTERGROND

ONDERWIJS

Zora de zorgrobot rukt op als

collega en vriendin in de zorg.

Bij de Faculteit Gezondheids-

zorg heeft ze een plek verovert

in het CareTechLab

19 36ACHTERGROND

ZELF DOEN

Dat is de opvatting van ambiti-

euze studenten die al tijdens

hun opleiding met een start-up

beginnen

REPORTAGE

Delen is hot: waarom een eigen auto, als je er een kunt

delen, Airbnb, wie heeft z’n huis nog niet in de verhuur

en een lage huur in ruil voor klusjes

THEMANUMMERDe nieuwe economie

31���

Page 4: Trajectum 15/16 #03

4 TRAJECTUM#3 08032016

WAT STAAT ONS TE WACHTEN?

Page 5: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 5

ROBOTISERING | VERDWIJNENDE BEROEPEN | ADIEU WELVAART | EIGEN BAAS ZIJN | WE GAAN DELEN

WAT STAAT ONS TE WACHTEN?

Page 6: Trajectum 15/16 #03

6 TRAJECTUM#3 08032016

We staan voor de grootste verandering ooit, onomkeerbaar en ingrijpend voor economie en samenleving. Technologie raakt verknoopt met productie, dienstver-lening en de samenleving als geheel, zo schetsen de experts. De een ziet daarin volop kansen, terwijl de ander al het ver-trouwde om zich heen ziet afbrokkelen. Wat betekenen alle veranderingen voor mensen en organisaties? | JANNY RUARDYJANNY RUARDY

Page 7: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 7

H➤

et is augustus 2030. Liam (vijf-tien jaar geleden nog de popu-lairste jongensnaam) heeft net zijn middelbare school afgerond en wil graag leercoach worden. ‘Wat ze vroeger leraar noem-den’, heeft hij aan zijn opa uitge-

legd. Samen met een aantal andere studen-ten stelt hij zijn eigen curriculum samen en zoekt daarbij edu-ondernemers. ‘Ook zoiets als leraren, opa’, zucht hij in zichzelf.

Toen Liam geboren werd, kwamen er in au-gustus duizenden studenten voor de UIT - de Utrechtse Introductie Tijd - naar Utrecht om een week met elkaar door te brengen, lid te worden van een vereniging, de stad te leren kennen en vrienden voor het leven te maken.

Maar dat was vijftien jaar geleden. Vandaag werkt Liam met zijn groepje in Utrecht, sa-men met wat Edu-ondernemers. Morgen en overmorgen vervolgt hij online zijn studie. Liam bepaalt zelf waar en hoe hij z’n oplei-ding invult. Als hij aan het einde van de stu-die maar voldoet aan de eisen die zijn ge-steld om een diploma te krijgen. Liam weet nu al dat hij zijn leven lang moet leren en veel aan zijn competentieontwikkeling moet werken, om mee te blijven doen in deze maatschappij.

REVOLUTIETerug naar 2016. Een turbulente tijd, waarin veel op z’n kop staat, wat bij veel mensen tot onzekerheid leidt. Trendwatchers en we-tenschappers buitelen over elkaar heen met voorspellingen over de toekomst van onze samenleving. De verzorgingsstaat is passé. We kantelen van een verticaal, centraal aan-gestuurde top-downmaatschappij naar een

horizontale, decentrale bottom-up samenle-ving, is de verwachting.

In januari 2016 vindt in Davos het jaarlijkse World Economic Forum plaats. Hoofdthema: de vierde industriële revolutie. 2500 deskun-digen uit de hele wereld komen hier bijeen om te praten over de toekomst van de we-reld. Organisator van het Forum, de Duitse wetenschapper Klaus Schwab (77), denkt dat alleen al door de technologische ontwikke-ling en robotisering tot 2020 zeven miljoen banen verloren gaan in de administratieve sector, industriële productie en de bouw. Nieuwe banen worden gecreëerd in accoun-tancy en sales. Volgens Schwab wordt het een klus om deze revolutie te beheersen.

De digitale revolutie waarin we zitten leidt ons naar de nieuwe economie. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Zo’n kante-ling brengt spanning met zich mee. Span-ning tussen mensen die willen veranderen en mensen die het oude in stand willen hou-den en hun macht zien afbrokkelen. De mid-denklasse wordt op haar beurt vervangen door een nieuwe.

Volgens hoogleraar duurzame transities Jan Rotmans heeft de oude orde van brancheor-ganisaties, belangenbehartigingsclubs, vak-bonden en politieke partijen hun langste tijd gehad en trekken ze niet langer aan de touwtjes. In een eerder interview zei hij: ‘Po-litiek en organisaties roepen dat ze bezig zijn met hervormingen: in de praktijk zijn het vooral aanpassingen van bestaande syste-men met dezelfde mensen en verhoudingen en geen vernieuwingen.’

In de nieuwe economie komt de macht in handen van ondernemende burgers, zzp’ers,

sociale en economische entrepreneurs, zeg-gen de experts. Bottom-up dus.

De burgers zoeken nieuwe waarden en alter-natieven, omdat ze minder vertrouwen heb-ben in overheid en politiek. De nieuwe macht is de koude, kille efficiencysamenle-ving - gericht op rendement – beu.

De nieuwe macht organiseert zich op een andere wijze: in gemeenschappen, in sociale en fysieke netwerken. Er ontstaan burgerco-operaties op het gebied van zorg, onder-wijs, energie, voedsel, sociale zekerheid, financiën, kunst en cultuur. De deelecono-

Page 8: Trajectum 15/16 #03

8 TRAJECTUM#3 08032016

mie wordt booming, een participatiemaat-schappij in optima forma. Niet omdat de overheid dat vraagt, maar omdat burgers zichzelf organiseren.

Of zoals hoogleraar futurologie Wim de Rid-der van Universiteit Twente het verwoordt: de doe-het-zelver staat centraal. Mensen willen hun eigen producten maken, de con-sument wordt actief, het businessmodel van een bedrijf wordt gemaakt door de consu-ment. Door technologische doorbraken als cloud-technologie, big data, robotisering en de 3D-printer wordt heel veel meer mo-gelijk.

Individuen hebben mogelijkheden die tien jaar geleden alleen waren weggelegd voor professionals en bedrijven met kennis en middelen. Nu kan iedereen een boek pu-

bliceren met de prachtigste foto’s. Straks wordt de burger ook zelf een

maakbedrijf dankzij de 3D-printer. In deze nieuwe economische wer-kelijkheid kopen mensen geen auto, maar mobiliteit, geen lamp maar licht. Duurzaamheid staat daarbij hoog in het vaandel, zegt Jan Rot-mans.

De voorhoede van de nieuwe macht heeft de oude heilige huisjes omver-geduwd. Niet langer wordt de macht bepaald door je grootte en je financi-

eel vermogen. Het vermogen slim, snel en adequaat te organiseren en voortdurend inspringen op veranderingen, dat maakt machtig.

Grote organisaties en de overheid gaan het moeilijk krijgen. De top-down geleide, con-trolerende organisatie past niet meer in de nieuwe tijd. Volgens hoogleraar Rotmans moeten bedrijven en instellingen tijdig anti-ciperen op de veranderingen in onze sa-menleving. Gaan ze te lang door met het oude concept, dan vallen ze om. Nu al zien

we dagelijks de berichten over faillissemen-ten: de ene keten na de andere moet de deuren sluiten.

Organisaties die het redden hebben op tijd een heldere stip op de horizon ontwikkeld, zijn snel en slagvaardig en gaan op alle ni-veaus nieuwe coalities aan in horizontale netwerken. Strategisch denken is niet voor-behouden aan het hogere segment, maar zie je terug op alle niveaus. Daardoor ont-staat een organisatie waar ruimte is voor experimenten. De uitkomsten daarvan vor-men de leidraad bij de beslissingen die op hoger niveau worden genomen.

2034Als Liam is afgestudeerd als leercoach in 2034 is hij waarschijnlijk meer een kennisma-kelaar dan een kennisoverdrager. Kennis kan altijd en overal door iedereen worden ge-deeld, daarom is zijn belangrijkste taak om de juiste mensen bij elkaar te brengen. Waarschijnlijk werkt hij als leercoach aan een zelfstandig instituut, in een team dat snel kan handelen en acteren op verande-rende situaties. Officieel valt het instituut wellicht onder de Hogeschool Utrecht, vroe-ger een instelling met 40.000 studenten en 3500 medewerkers. |

Individuen hebben mogelijkheden die tien jaar geleden alleen waren weggelegd voor professionals en bedrijven met kennis en middelen. Nu kan iedereen een boek pu-

eel vermogen. Het vermogen slim, snel en adequaat te organiseren en voortdurend inspringen op veranderingen, dat maakt

Page 9: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 9

NINA JUFFERMANS, VIERDEJAARS JOURNALISTIEK

COLUMN

Zijn jullie ook wel eens bang? Bang dat het leven heel anders loopt dan je zou willen? Bang dat je eindigt als huismoeder met een abonnement op de Libelle en een kind onder het snot en spuug op de bank? Of dat je elke dag achterlijk vroeg opstaat om naar je ’niet super leuk, maar héé het is werk’-baan te gaan, met de trein want door die studieschuld is dat rijbewijs er nooit gekomen. En dat je dan toch elke keer tussen de andere foren-zen in de trein tegen een vreemde wang geplakt staat en denkt: ‘Nee, zo had ik het me niet voor-gesteld.’

Ik ben daar best bang voor. Ik vind het leuk om met de trein te reizen en van dat kind onder het snot zou ik ook best houden, maar het is zo an-ders dan ik hoop voor mezelf. En ik hoop op zo-veel. Ik hoop op een fantastische baan, mooi huis, lieve man, leuke kinderen, hond, emigratie naar het buitenland, daar een huis met zwembad, een boek schrijven, nieuwe taal uitvinden (weet nog niet hoe), strandtent openen, nog maar een kind dan, iemand die een boek over mij schrijft, misschien toch een ezeltje in plaats van een kind, zonder problemen heel erg oud worden, Nobel-prijs winnen (weet ook nog niet hoe), misschien nog een emigratie. En dat is slechts een kleine greep uit wat ik allemaal hoop voor mezelf.

We dromen en hopen allemaal, maar allemaal alles waarmaken is onmogelijk. Het abonnement op de Libelle en een kind onder het snot. Een kort pittig kapsel, want dat is zo lekker makkelijk, en een eigenaardige obsessie voor het Viva-fo-rum. Het is zoveel meer binnen handbereik dan al onze grote dromen. Zoveel makkelijker. Bah.

Heeft iemand misschien een kind onder het snot en spuug dat ik zou mogen lenen om te oefenen? Gewoon voor het geval het leven heel anders loopt dan ik zou willen.

Voor het geval dat

Page 10: Trajectum 15/16 #03

10 TRAJECTUM#3 08032016INTE

RVIE

W

Page 11: Trajectum 15/16 #03

is geen man van de ‘losse flodders’,

wel van het coherente verhaal. Dat

verhaal gaat over de crises die we

eerst nog moeten doorlopen, voordat

we in de volgende fase van onze

beschaving aankomen: een van

welzijn in plaats van welvaart. | MARC JANSSEN

FILOSOOF & TRENDWATCHER RUUD VELTENAAR

Page 12: Trajectum 15/16 #03

12 TRAJECTUM#3 08032016

E en transformatie, daar staan we voor. Een grote verandering naar een volgende fase van onze beschaving. En die is ‘noodzakelijk en onom-keerbaar en onvermijde-lijk.’ Zegt Ruud Velte-naar, trendwatcher,

filosoof en zeer veel gevraagd spreker. Hoe die volgende fase van de beschaving eruit zal zien? Een stuk beter dan nu, daar-van is Veltenaar overtuigd: ‘De focus gaat verschuiven van welvaart naar welzijn. Van ego naar eco, van ik naar wij, van profit en performance naar denken en handelen in meerwaarde.’ Het draait dus niet meer om winst, maar om geluk. En daarbij hoort een zoektocht naar de vraag wie je bent, wat je wil en wat je kunt bijdragen.

Tot zover het goede nieuws. Want het kan nog even duren voor die volgende fase is bereikt. ‘Een generatie of vier, vijf’, zo schat Veltenaar. ‘Niet omdat het zo lang moet duren, maar gewoon omdat mensen niet zo bereid zijn om te veranderen. En dus moe-ten we wachten op meer onzekerheid, pijn, verdriet en angst om echt in beweging te komen en de wereld meer duurzaam en rechtvaardig te maken.’ Waarbij hij twee drijvende krachten onder-scheidt: ‘Een aantal crises en een exponen-tieel technologische revolutie met ontelbare doorbraakinnovaties die ons leven en werk op radicale wijze zullen ontwrichten. Uiter-aard hebben deze ontwikkelingen ook grote invloed op onderwijs.’

Wie Ruud Veltenaar hoort praten, wordt al snel meegesleept door zijn manier van ver-tellen. Met drieslagen, meanderende zinnen en ogenschijnlijk in zijn onderwerpen van de hak op de tak springend legt hij uiteindelijk een coherente en allesomvattende maat-schappijvisie neer. Knap en inspirerend. Het is dus niet verbazingwekkend dat de man op alle continenten heeft gesproken. Naast een bijzonder hoogleraarschap in Londen geeft hij naar eigen zeggen meer dan tweehonderd lezingen per jaar. ‘Daar-

van zijn er minstens 75 gerelateerd aan on-derwijs. En dat varieert van basisschool de Klinker tot en met het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam. En alles wat ertussen zit.’

En dus heeft hij ook op bijna alle hogescho-len in Nederland gesproken. ‘Ook voor de HU stond eind 2015 een lezing gepland, maar deze ging wegens persoonlijke om-standigheden niet door.’ Maar mede dankzij al die gesprekken en lezingen weet Velte-naar waar hij het over heeft. En heeft hij niet alleen een visie op de gehele maatschappij, maar zeker ook op het onderwijs. Zelf zegt hij: ‘Ik vind onderwijs het meest boeiende en inspirerende onderwerp om over te filo-soferen en spreken.’

Maar voordat hij ingaat op ‘toekomst en technologisering van mensgericht leren’, wil Veltenaar eerst dat coherente verhaal neer-zetten. Hij is niet de man van losse flodders. En oneliners gebruikt hij pas ter afsluiting van langere betogen.

Zijn verhaal begint bij de wereld van nu: ‘We krijgen uit de media en van onze leiders een beeld voorgeschoteld dat de wereld in crisis is. Of het nou een Europese crisis, vluchte-lingencrisis, huizencrisis of bankencrisis is. Terwijl het allemaal niet meer dan sympto-men zijn van ernstige discrepanties in onze instituten en systemen, die samen een on-derdeel vormen van de transformaties.’Zelf onderscheidt Veltenaar ‘kort samenge-vat’ drie crisissen: een ecologische, een maatschappelijke-economische en een spiri-

tuele. ‘In onze systemen zitten een aantal significante weeffouten met ernstige gevol-gen voor mensen en onze planeet. Bij eco-logie gaat het om klimaat , maar ook om de natuurlijke resources: die worden schaarser. Als iedereen in de wereld zo zou consume-

‘Het draait niet meer om

winst, maar geluk’

Page 13: Trajectum 15/16 #03

ren en produceren als wij Nederlanders, dan hebben we ruim vijf planeten nodig. Om één T-shirt te produceren, is 2.700 liter wa-ter nodig. Dagelijks sterven 6.000 mensen wegens gebrek aan schoon drinkwater. Zo ernstig is het. Dan kun je spreken van een ernstige weeffout in de omgang met onze resources.’Om het nog ietsje pessimistischer te maken: ‘Als we het goed doen, is deze ecologische crisis pas ergens in de volgende eeuw om-keerbaar. ‘

Door naar de tweede crisis: ‘Die heeft alles te maken met hoe onze economie functio-neert. 1 procent van de rijksten bezit 99 procent van alle assets. Bijna twee miljard mensen leven rond de armoedegrens . En als een extreem klein deel daarvan onze kant opkomt, sluiten we onze grenzen. We leven in een systeem, gebaseerd op grote ongelijkheid.’

Veltenaar heeft nog meer voorbeelden. Over de kloof in Nederland tussen de ge-middeld best betaalde CEO in loondienst, die 52 keer meer betaald krijgt dan de minst betaalde. Over de windhandel in ‘de specu-latieve internationale valutahandel’. ‘We moeten onze studenten niet meegeven dat dit normaal is’, waarschuwt hij.

Waarmee de brug is geslagen naar de spiri-tuele crisis die, volgens Veltenaar ‘promi-nent aanwezig lijkt onder veel (jonge) men-sen’. Hij somt daarbij nog wat cijfers op: een derde van de burn-outgevallen treft mensen jonger dan 30. Zelfdoding tussen 4- en 14-jarigen is in Nederland doodsoor-zaak nummer 1. Meer dan de helft van de mensen die ziek thuiszitten, heeft geeste-lijke klachten. Veltenaar ziet het als ‘compo-nenten van een spirituele crisis.’ Oorzaak volgens hem: ‘We zijn bezig met de korte termijn en kunnen vanuit onze spreadsheets niet beantwoorden waarom we er zijn en hoe we van meerwaarde kunnen zijn voor andere mensen.’

Tot zover het crises-verhaal. Belangrijk, want Veltenaar ziet het als ‘een enorme sti-mulans, die ons dwingt tot een andere ma-

Page 14: Trajectum 15/16 #03

14 TRAJECTUM#3 08032016

nier van denken, leven, werken en consume-ren.’ Daar bovenop komt de technologische revolutie, die volgens Veltenaar de transfor-matie versnelt.

ONDERWIJSEen intrigerend verhaal. Voor Veltenaar is het slechts een noodzakelijk opstapje om zijn visie op het onderwijs te kunnen vertel-len. Met als bijkomende vraag: wat bete-kent dit alles voor studenten en voor de hogeschool? Daarover is Veltenaar heel dui-delijk: ‘Mijn stellige overtuiging is dat een grote onderwijsinstelling zoals de HU niet kan transformeren naar de gewenste vorm, die we nodig hebben. Dat geldt voor elke andere hogeschool of universiteit of basis-school. Het heeft te maken met de identiteit van de HU: die is heel complex. Het is beter om naast het bestaande, het nieuwe te cre-eren, aan de rand van de periferie en buiten het bereik van de macht van de zittende elite.’

Hoe het dan verder moet met de HU? Velte-naar ziet genoeg mogelijkheden. ‘De HU zou nu kunnen besluiten: we richten een tweede “virtuele” hogeschool op, naast de bestaande entiteit. Met de bestaande inno-vatieve breinen van onze hogeschool en in samenwerking met andere hogescholen. Want zo’n samenwerking is natuurlijk heel hard nodig. Neem bijvoorbeeld de HAN, die heeft volgens mij samen met de HU een uitstekend beeld van de toekomstige hoge-school. Dat zou een briljante partner zijn voor de HU.’Die virtuele school kan volgens Veltenaar nog decennia naast de bestaande HU be-staan. ‘Uiteindelijk gaat het oude naadloos op in het nieuwe. Het is geen revolutie die wil breken met het oude, maar een transfor-matie naar een betere wereld, die het be-lang van het collectief weer centraal stelt.’

Wat die nieuwe hogeschool dan moet

doen? Zich richten op een leven lang leren, ‘want we worden straks 110-plus en leren tot we erbij neervallen.’ En: ‘We moeten op zoek naar het echte meesterschap in men-sen, alleen dan kunnen mensen maximaal van meerwaarde zijn en een betekenisvol en zinvol leven leiden. En als dat meesterschap nog niet ontdekt is, dan moet je als onder-wijsinstelling, op alle niveaus, de maximale ruimte en tijd bieden om het meesterschap te vinden. Bij de HAN zijn ze al een heel eind op weg en krijgen eerstejaars studen-ten de mogelijkheid om faculteit-overschrij-dend te ontdekken waar ze echt goed in zijn en wat een passie ontketent.’

En wat leraren dan moeten doen? Voor hem is ook dat duidelijk. ‘We gaan van klassikaal-collectief naar gepersonaliseerd leren. Bin-nen je meesterschap wordt je naar het hoogste niveau getild. Dan zijn er rond het meesterschap zaken die je ook moet leren, maar niet direct tot je meesterschap beho-ren. Deze ontwikkeling en examinering doe je een niveautje lager. Onderwijzers, docen-ten en andere professionals transformeren naar regisseurs van meesterschap en passie. Zij werken in teamverband nauw samen met pedagogen, filosofen en psychologen om maximaal van meerwaarde te zijn voor stu-denten .‘

En zo zet Veltenaar een compleet verhaal neer, waarbij ogenschijnlijk losse stukjes van vluchtelingen, milieuproblemen en depres-sieve jongeren uiteindelijk leiden tot een compleet nieuwe hogeschool en andere manieren van studeren. Maar wanneer we dat bereiken? Veltenaar houdt een slag om de arm: de transformatie kan drie, vier vijf generaties in beslag nemen – maar nadien blijft alles in beweging. Onzekerheid blijft de belangrijkste stabiele factor. Veltenaar: ’In 2032 zullen we zeggen dat het nooit meer zo langzaam ging als vandaag.’ |

TRENDWATCHER IN HET KORT

• Ruud Veltenaar verzorgt jaarlijks meer

dan tweehonderd lezingen en colleges

over mondiale en nationale trends in

leven en werk. Hij is filosoof, trendwat-

cher, spreker en bijzonder hoogleraar

aan de London Business School. Noemt

zichzelf ‘friskijker’ en ‘dwarsdenker’.

Werkte als ondernemer en bestuurder bij

(middel-)grote ondernemingen, zoals

McKinsey, Volmac, Raet en Planet Inter-

net. Leidde een investeringsfonds in o.a.

groene technologie en duurzame ener-

gie.

• Veltenaar studeerde filosofie aan de Uni-

versiteit van Amsterdam en Columbia

University. Haalde zijn MBA aan Harvard

Business School en studeerde ook nog

aan IMD Business School en INSEAD.

Woont en werkt nu in Londen en Antwer-

pen.

Page 15: Trajectum 15/16 #03

STUDENTEN OVER HUN

TOEKOMST

Optimistisch zijn ze. Zeer optimistisch zelfs. Over hun toekomst en over die van de maatschappij. En dat in het volle besef dat de toekomst veranderlijk is. Slechts over de bestendigheid van de eigen oplei-ding bestaan twijfels. Dat blijkt uit een onderzoek van Trajectum onder 247 studenten van de HU. | MARC JANSSEN

08032016 TRAJECTUM#3 15

Page 16: Trajectum 15/16 #03

BEROEPSKEUZENaast alle stellingen hadden we nog een open vraag. Die luidde: wat wil je later worden? Een overgrote meerderheid nam niet eens de moei-te om een antwoord in te vullen. Daarna volgde de groep die eerlijk antwoordde met ‘geen idee’, ‘weet niet’ of ‘weet ik nog niet zeker’.Pas dan komen de studenten die trouw het beroep invullen waarvoor ze worden opgeleid: docent, maat-schappelijk werker, jurist, accountant enzovoort.En tot slot waren de enkelingen die durfden dromen: muzikant, prinses, astronaut. En slechts een vulde het enige goede antwoord in: gelukkig.

et klinkt allemaal prachtig: al die trendwatchers en profes-soren die grote veranderingen voorspellen op de arbeids-markt en in de hele samenle-ving. Prachtige betogen kun-

nen ze daarbij houden, over technologische ontwikkelingen en maatschappelijke transi-ties, de onvermijdelijkheid en noodzakelijk-heid van dit alles en toch ook de schitte-rende toekomst, die (uiteindelijk) gloort aan de verre horizon. Lees in dit nummer alleen om de interviews met Klaas Mulder en Ruud Veltenaar om een indruk te krijgen van al die voorspellingen.

Al die voorspellingen maakten ons vooral nieuwsgierig: hoe kijken studenten eigenlijk naar die toekomst? Beseffen ze dat we een tijd vol veranderingen tegemoet gaan? Denken ze daarop goed voorbereid te zijn met hun opleiding? En zien ze het allemaal een beetje zitten? Of denken ze juist deel uit te maken van een bij voorbaat verloren

generatie, opgeleid voor werkloosheid en gedoemd tot een angstig leven in een on-veilige samenleving?De uitslagen waren, we kunnen niet anders zeggen, uiterst positief. En natuurlijk kun-nen de methodologen het een en ander afdingen op de vragen, onderzoeksopzet en antwoordmogelijkheden. Zo is de enquête uitgevoerd onder 247 HU-studenten, van wie ruim 30 procent eerstejaars. De nadruk lag op de Faculteit Educatie en de Faculteit Maatschappij en Rechten. En bovendien kende het merendeel van de vragen maar twee antwoord-categorieën: ja of nee. Niet volledig representatief dus, en wel lekker zwart of wit.

Bij stelling 1: ‘Ik verwacht dat onze samen-leving de komende vijftien jaar heel erg gaat veranderen’ moet zelfs de zuurste statisticus toegeven dat deze kleine steek-proef een heel eenduidig beeld geeft. 93 procent antwoordt namelijk met ja. Ook bij de volgende stelling is het raak.

16 TRAJECTUM#3 08032016

H

Page 17: Trajectum 15/16 #03

MANNEN VERSUS VROUWENSoms levert het saillante verschillen op: de uitsplitsing naar mannen en vrouwen. Blij-ken ze ineens compleet andere ideeen en meningen te hebben. Maar in dit geval valt het wel mee. Sterker nog: de verschillen zijn bij sommige vragen niet groter dan 1 pro-centpunt. Zo denken man en vrouw nagenoeg hetzelfde over de grote veranderingen in de komende vijftien jaar, de toekomstbestendigheid van de opleiding en het ver-trouwen in de toekomst.Maar waar 83 procent van de vrouwen denkt dat deze generatie volop kansen heeft, daar loopt het bij mannen op tot 92 procent. Ook zitten mannen minder dan vrouwen te wachten op een vaste aanstelling (67 versus 80 procent), worden ze minder vaak vakbondslid (34 versus 45 procent) en geloven ze minder vaak in de kracht van ideeën (54 versus 67 procent). Kunnen we hieruit opmaken dat mannen optimistischer zijn dan vrouwen? Het zou een opmerkelijke generalisatie zijn. We houden het er maar op dat er nog verschillen zijn tussen man en vrouw. Maar groot zijn ze niet.

‘Naar mijn mening volg ik een opleiding die futureproof is – me goed voorbereidt op de komende tien tot twintig jaar.’ Een overgrote meerderheid van 80 procent stemt daarmee in. Al valt daar toch nog een kanttekening bij te plaatsen. Op andere vra-gen zijn de meerderheden namelijk nog veel groter. Of het nou over de eigen kansen gaat, of die van deze generatie: meer dan

80 procent is positief gestemd. Onze tus-sen-conclusie: de grootste zorg zit ‘m in de eigen studiekeuze. Iets traditioneler zijn de antwoorden op an-dere vragen: de meerderheid wil later een vaste baan en een minderheid wordt lid van de vakbond. Maar tegelijk hoeft 25 procent die vaste aanstelling niet: liever worden ze ondernemer of zzp-er. En 40 pro-

cent zegt toch lid te willen worden van een vakbond. Als dat werkelijk gaat gebeuren, kunnen ze bij FNV en CNV de vlag uithan-gen. De grootste verdeeldheid lag bij de slotstel-ling: als je maar genoeg ideeën hebt, slaag je altijd. Ja, zegt 63 procent. Nog altijd een duidelijke meerderheid. Onze slotconclusie: het optimisme overheerst. |

08032016 TRAJECTUM#3 17

Page 18: Trajectum 15/16 #03

18 TRAJECTUM#3 08032016

REINT JAN RENES, LECTOR CROSSMEDIALE COMMUNICATIE IN HET PUBLIEKE DOMEIN

COLUMN

‘I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.’ (Douglas Adams). Vrijwel altijd lever ik mijn columns voor Trajectum te laat in. Ik noteer braaf in mijn agenda wanneer ze klaar moeten zijn en ga er steevast vanuit dat het deze keer wel gaat lukken. Maar steeds weer gaat het mis. Gelukkig ben ik niet de enige die moeite heeft met deadlines. Bij ieder vak dat ik geef, zijn er altijd studenten die hun opdracht niet op tijd af-hebben en ik ken vrijwel geen aannemer die een klus volgens planning oplevert. Het rare is echter, dat er geen goede reden is om onrealistische be-loften over deadlines te doen, aangezien je uit-eindelijk die beloften gestand zult moeten doen door te leveren. Waarom dan niet gewoon op tijd?We beloven graag dingen die we niet waar kun-nen maken en we zijn geneigd heel optimistisch te zijn over de tijd die we nodig hebben om een taak uit te voeren. Uit studies blijkt zelfs dat onze inschatting van de tijd die nodig is voor een taak direct afhankelijk is van het belang dat we hebben bij een tijdige voltooiing. Wanneer ik een op-drachtgever beloof om binnen twee weken een belangrijk rapport op te leveren, vindt mijn geest redenen om te geloven dat het analyseren van de onderzoeksgegevens en het opschrijven van de resultaten sneller zullen gaan dan ooit tevoren. En wanneer ik op mijn verjaardag voor twintig vrien-den eten wil koken, weet ik mijzelf er van te over-tuigen dat mijn kinderen voor het eerst in de ge-schiedenis zonder geharrewar in de keuken zullen helpen. Doordat we deze beslissingen nemen en oprecht geloven dat ze realistisch zijn, maken we allemaal regelmatig een te optimistische inschat-ting of iets in de toekomst gaat lukken.Deadlines niet halen is eigenlijk heel normaal. Uit berekeningen van de U.S. General Accountability Office bleek zelfs dat wapens met nieuwe techno-logie voor het Amerikaanse leger slechts in één procent van de gevallen op tijd en binnen het budget werden opgeleverd. Dan valt een column één dag te laat inleveren best nog wel mee.

Deadlines

Page 19: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 19

In dit tweeluik zetten we de concrete acties bij de Faculteit Gezondheidszorg tegenover de filosofische scepsis van docent Klaas Mulder. Over robots, nieuwe competenties en blijvende/verdwijnende* banen.

OPLEIDENTOT...

* doorhalen wat volgens jou niet van toepassing is

REINT JAN RENES, LECTOR CROSSMEDIALE COMMUNICATIE IN HET PUBLIEKE DOMEIN

Page 20: Trajectum 15/16 #03

20 TRAJECTUM#3 08032016

Robot vervangt niet de zorgprofessional1

zegt de lector

Page 21: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 21

Ontmoet Zora de zorgrobot. Ze lijkt een beetje op een mens en helpt mee in de ouderen- en verstandelijk gehandicaptenzorg. Zo komt ze wekelijks in verzorgingshuis Huize Elisabeth in Vught om een uurtje te zingen en te dansen met de bewoners. En Zora is niet alleen. Er zijn inmid-dels zo’n honderd zorgrobots onder haar naam in omloop in Nederland.Zora werkt ook op de HU. Begin januari opende ze het CareTechLab van de Faculteit Gezond-heidszorg (FG). In dat lab werken studenten en docenten samen met onderzoekers en de be-roepspraktijk aan zorginnovatie. Robots zijn daarbij niet meer weg te denken. Net als andere technologische vernieuwingen, zoals Google Glass – inclusief een speciale app voor begelei-ding van patiënten op afstand. En op elektroni-sche tegels kunnen mensen oefeningen doen – de instructies komen via licht en geluid tot ze.

‘In het lab geven we demonstraties en houden we documentatie bij over technologische innova-ties en onderzoek’, vertelt Helianthe Kort. Ze is hoogleraar aan de Technische Universiteit Eind-hoven, maar aan de HU vooral bekend als lector Vraaggestuurde Zorg binnen het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening. ‘Het is belangrijk, dat studenten tijdens de studie in aanraking komen met deze technologische hulpmiddelen’, zegt Kort, ‘Het kan niet zo zijn dat dergelijke toepassingen al in de praktijk ge-bruikt worden en wij ze hier in de hogeschool niet in huis hebben voor onze studenten.’Nu kunnen studenten op projectbasis onderzoe-

ken wat er mogelijk is met de Zora-robot. Dat doen ze bijvoorbeeld in opdracht van de vereni-ging van zorgorganisaties IVVU in de regio Utrecht, waarbij zo’n vijfendertig regionale zor-ginstellingen zijn aangesloten. Vijftien van hen hebben al een Zora. In een ander project gebrui-ken ze de ‘slimme’ tegels om te kijken of die verveling kan tegengaan bij cliënten in de versla-vingszorg.

De voortschrijdende robotisering kan routinema-tig werk in de zorg overnemen, zegt de lector. ‘Tegelijkertijd heb ik de verwachting dat het tot andere taken, rollen en functies kan komen. Daarvan kunnen wij nu nog niet voorzien hoe die eruit zien. Het is dus onmogelijk om te voorzien hoe de werkzaamheden van de huidige studen-ten er in 2030 uitzien.’ Dat wil niet zeggen dat Kort met lege handen staat. Naast het CareTechlab wijst ze op interna-tionaal onderzoek. Daarin zijn vijf noodzakelijke competenties gedestilleerd voor toekomstige zorgprofessionals. Kort: ‘Ze moeten onder meer inzicht hebben in de mogelijkheden van tech-niek, moeten data kunnen interpreteren en ana-lyseren, en het een en ander afweten van privacy en ethiek.’

REDUCTIERobots kunnen nog niet zelfstandig operaties uitvoeren, maar kunnen al wel zorgprofessionals en patiënten ondersteunen. In een recent rap-port over de gezondheidszorg in 2030 staat dat door technologische ontwikkelingen zorgprofes- ➤

‘Een deel van onze studen-

ten komt in beroepen te-

recht die nu nog niet be-

staan’

Bij de Faculteit Gezondheidszorg laten ze een robot het

CareTechLab openen. Ze innoveren en zoeken naar nieu-

we competenties voor studenten. Welke functies blijven,

weet niemand. I GERARD RUTTEN

Robot vervangt niet de zorgprofessional

beel

d: M

arce

l van

den

Ber

gh

zegt de lector

Page 22: Trajectum 15/16 #03

2

22 TRAJECTUM#3 08032016

Meer opleiden werkt niet

In de toekomst zal er minder werk zijn, ook voor ho-

ger opgeleiden. Die somber klinkende waarschuwing

komt van filosoof Klaas Mulder, docent bij het Insti-

tuut voor Social Work aan de HU. Tegelijkertijd biedt

hij een oplossing: ‘Laat mensen uit verschillende op-

leidingen samen nadenken over nieuwe manieren om

een waardevol leven te hebben.’

Van Klaas Mulder verscheen in 2014 het boek ‘Pakkenproletariaat’. Daarin verzet hij zich tegen de afspraken die Europese regeringsleiders in 2000 in Lissabon maakten: vijftig procent van de Europese beroepsbevolking zou hoger opgeleid moeten zijn. Later is dit afgezwakt tot veertig procent, maar ook dat is hem te gortig. ‘We lopen om de toekomst heen’, meent Mulder. ‘Die afspraken stoelen op de gedachte dat werkloosheid te voorkomen is door scholing. Maar op elke vacature staan vijftig geschoolde kandidaten te trappelen. Dan heeft het geen zin om honderd mensen meer te gaan scholen.’

sionals een meer coachende, begeleidende en coördinerende rol krijgen. ‘Dit kan leiden tot reductie van het aantal specialisaties en be-roepsgroepen’, aldus het rapport. Een reductie? Betekent het dat er dan banen gaan verdwijnen in de gezondheidszorg? Mieke Klootwijk is programmamanager Onderwijsinno-vatie aan de Faculteit Gezondheidszorg. Ze denkt dat automatisering en robotisering nog een grote vlucht zullen nemen in de gezond-heidszorg, maar ze verwacht niet dat de banen massaal opgeheven worden. ‘Complexe zorg-vragen vereisen specifieke kennis en vaardighe-den. En die complexe vragen blijven bestaan. Bovendien kun je de menselijke relatie tussen

patiënt en therapeut niet door een robot vervan-gen. De gesprekken van mens tot mens blijven in de gezondheidszorg een belangrijk element.’Ook bij een recent verschijnsel als de wijkteams ziet ze dat er vooral goed opgeleide verpleeg-kundigen nodig zijn. ‘De vraag naar wijkver-pleegkundigen zal groter worden’, verwacht zij. ‘Zij krijgen waarschijnlijk een belangrijke regie-functie en zijn de spil in multidisciplinaire wijk-teams. Dat kan een robot niet overnemen.’

MANTELZORGEen recent rapport van het ministerie van Volks-gezondheid bevestigt dat er in de komende jaren veel behoefte is aan hoogopgeleide ver-

pleegkundigen, naast bijvoorbeeld sociaalpeda-gogische hulpverleners en maatschappelijk wer-kers. Daar kan lector Helianthe Kort zich wel iets bij voorstellen: ‘Enerzijds zie je dat de overheid de meer routinematige zorg aan de familie en vrijwilligers overlaat, de mantelzorg. Tegelijker-tijd is er de tendens dat patiënten eerder uit het ziekenhuis worden ontslagen. Met zo’n Google Glass kunnen mensen dan thuis gemonitord worden. En om dat van een afstand goed te kunnen doen, heb je mensen met een hoger opleidingsniveau nodig. Want wie op afstand communiceert, moet meer informatie ophalen bij de patiënt dan wanneer je fysiek aanwezig bent.’

denkt de filosoof

Page 23: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 23

Want al te veel ambities leiden in zijn ogen tot een ‘pakkenproletariaat’: veel afgestudeerden kunnen geen baan in hun vakgebied vinden. De studies leiden tot een groeiend leger van werklo-zen die massaal onder hun niveau gaan werken. Mulder: ‘Bij de kinderopvang bijvoorbeeld ver-stoten de hbo’ers de mbo’ers. De opvang krijgt hbo-gekwalificeerde werknemers die ze op mbo-niveau betalen. Dat is dubbel zo triest voor mbo’ers die doorstromen naar de hogescholen en een hbo-diploma halen: zij krijgen na het af-studeren alsnog een baan en salaris op mbo-niveau.’ Hij verwacht niet dat hoger opgeleiden de bar-ricaden opgaan als er straks massale werkloos heerst. ‘Zij hebben altijd die escape dat ze een niveau lager kunnen werken’, stelt hij. En anders gaan ze wel vrijwilligerswerk doen, zo is zijn ver-wachting. ‘Zelf heb ik conservatorium gedaan en filosofie gestudeerd. Toen ik in de jaren tachtig enige tijd werkloos was, had ik veel lol met mu-ziek maken en boeken lezen. Ik kwam mijn tijd wel door.’Hoe moet een onderwijsinstelling als de HU anti-ciperen op deze ontwikkelingen? Mulder wijst

erop dat het curriculum bij het Instituut voor So-cial Work, waar hij werkt, momenteel drastisch wordt omgegooid. ‘Maar de discussie gaat voor-al over de banen van gisteren’, moppert hij. ‘We moeten aan het beroepenveld vragen hoe de arbeidsmarkt eruit ziet en daar moet het onder-wijs op aansluiten. Maar het werkveld heeft wei-nig sjoege van de arbeidsmarkt van 2025. Zij laten zich leiden door de hypes van nu. Zij zeg-gen dat toekomstige professionals moeten kun-nen werken in zogenaamde wijkteams. Maar over drie jaar kijken we met weemoed naar die wijkteams. Die zijn dan weer passé.’

In 2015 verscheen de onderwijsvisie van de HU, getiteld ‘Onze wereld van morgen’. Daarin geeft de hogeschool aan op welke manier het wil in-spelen op de onzekere toekomst. ‘Een deel van onze studenten komt in beroepen terecht die nu nog niet bestaan’, meldt het document. En: het onderwijs wordt flexibel en gepersonaliseerd. Centraal staan leven lang leren, met behulp van blended learning. Ict-vaardigheden en onderne-mendheid staan hoog in het vaandel.

Mulder is sceptisch: ‘Het stoelt op de gedachte dat scholing de oplossing is van de problemen op de arbeidsmarkt. Dat gaat eraan voorbij dat er een kwantitatief probleem is. Er zijn gewoon steeds minder banen. Want op een gegeven moment zullen opleidingen op open dagen moe-ten uitleggen waarom tweehonderd van de vijf-honderd afgestudeerden geen baan hebben gevonden.’

WELZIJNEen fundamenteel debat over onderwijs en ar-beidsmarkt is nodig, meent Mulder. ‘Ik denk dat de hogeschool een goede bijdrage kan leveren aan het ontwerp van een samenleving waarin werk en welzijn eerlijker verdeeld zijn’, zegt hij. ‘Je kunt onderwijs inzetten om individuen betere kansen te geven in de wedren voor de banen, maar Nederland heeft ook vernieuwende collec-tieve oplossingen nodig. Die kan je maken door mensen uit verschillende opleidingen samen te laten nadenken over nieuwe verdienmodellen voor de economie en over nieuwe manieren om een waardevol leven te hebben.’ |

denkt de filosoof

Page 24: Trajectum 15/16 #03

24 TRAJECTUM#3 08032016

BEELDVERHAAL

RETRONiet iedereen is gevoelig voor de nieuwste gadgets:

Je hebt ze nog, de oldtimer-adept, de vinyl-liefhebber,

de derdehands-minimalist, de analoge fotograaf en de

vastelijnbeller. | ANDONNY DE BRUIJNE en NINA BOGOSAVAC | FOTOGRAFIE: KEES RUTTEN

Page 25: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 25

Wouter Stapel (23)studeert aan Hotelschool The Hague Wat is jouw hang naar authenticiteit?‘Auto’s. Dat is er met de paplepel ingegoten. Mijn opa had vroeger een Fiat-garage in Den Haag. De voorliefde voor oldtimers is van generatie op generatie gegaan. Mijn hele leven draait om deze auto’s. De techniek. Het uiterlijk. Alles eromheen vind ik bijzon-der. Je zou het moeten proberen om het te ervaren. Alles is anders. Zo zit het gaspedaal in het midden, in plaats van rechts. Fantas-tisch.’ Rijd je dagelijks rond in een oldtimer?‘De aanschafprijs voor een oldtimer is be-hoorlijk hoog. De duurste vooroorlogse Bu-gatti kan gerust 36 miljoen euro kosten. Dat heb ik natuurlijk niet. Het is mijn droom om binnen tien jaar een Alfa Romeo Giulia te rijden. Lekker licht van gewicht, rijdt gewel-dig. Tot die tijd ben ik zo gezegend dat ik in de oldtimers van mijn vader mag rijden. Niet om boodschappen mee te doen, hoor. Dat gaat een beetje te ver.’ Wat doe je er dan mee?‘In de winter vooral sleutelen, zodat we er in de zomer mee kunnen rijden. Bijvoorbeeld bij Vintage Revival Zandvoort. Of het evene-ment Schloss Dyck in de buurt van Mönchen-gladbach, daar draait alles om het rijden met oldtimers. Compleet met gepaste kledij uit de jaren dertig. In mijn kast hangt het kos-tuum al klaar. Dat draag ik ook alleen tijdens zo’n evenement, hoor.’

Page 26: Trajectum 15/16 #03

26 TRAJECTUM#3 08032016

Frans Pos (30)zesdejaars Journalistiek

Wat is jouw hang naar authenticiteit?‘Ik ben dj bij Singlefeestje. Het is meer een hobby dan werk, we organiseren het met een stel vrienden. Twee daarvan werkten bij BNN toen daar op een gegeven moment de sin-geltjes van de radio werden weggedaan. Dit vonden zij zonde en bedachten Singlefeestje: een feest waarbij je in een bak met singeltjes kan uitkiezen welke plaat je wilt horen, waar-van veel van het genre guilty pleasure.’

En in je privéleven?‘Laat ik duidelijk stellen dat mijn “professio-nele” muziek niet is wat ik thuis draai. Tijdens het studeren zet ik graag een goede blues- of jazz elpee op. Dat is relaxed en zap ik niet door, wat ik wel doe op Spotify of Sound-cloud. Toch is internet ideaal voor het ont-dekken van nieuwe muziek, ik ga hiervoor echt niet naar een winkel. Wel voor een aan-vulling op mijn platencollectie. Ik ga graag naar De Grammophoonwinkel aan de Oude-gracht. Hier werken alleen maar oude man-netjes en pinnen is er niet mogelijk.’

Waarom vinyl?‘Het heeft bijna iets therapeutisch om met je vingers door platenbakken te gaan. Die muf-fe geur van het oude karton, heerlijk. Heel af en toe vind je echt een pareltje: van een goede elpee kan ik echt kippenvel krijgen.’

Page 27: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 27

Gerard Saurwalt (19)student Russisch aan de Universiteit Lei-den Wat is jouw hang naar authenticiteit?‘Ik kleed me regelmatig heel klassiek. Ook draag ik kleding die veel mensen lelijk vinden, dingen die niet meer gewaardeerd worden. Niet omdat ik per se anders wil zijn, maar omdat ik wil laten zien dat het ook anders kan. Bijvoorbeeld door structu-reel twee verschillende sokken te dragen. Wie heeft ooit bedacht dat sokken altijd hetzelfde moeten zijn? Daarmee maak ik een statement. Anders is ook prima.’ Op welke andere terreinen ga jij niet mee in de mainstream?‘Ik heb geen gsm. Ik denk gewoon niet dat ik zo’n ding nodig heb. Als mensen me willen bereiken, dan sturen ze me een e-mail of bellen ze op de huistelefoon. Ik hoef niet altijd bereikbaar te zijn. O ja, en ik schrijf geregeld brieven aan mensen. Gewoon met pen en papier.’ Ben je in de verkeerde tijd geboren?‘Lastig te zeggen. Dat argument wordt vaak gebruikt, maar eigenlijk weet ik niet hoe het was in de sixties of seventies. Al-leen van de verhalen. Mijn vrienden spot-ten soms met me. Bijvoorbeeld wanneer iets wordt besproken in de WhatsApp-groep. Ik heb dat niet, dus grappen ze altijd over een postduif. Daar kan ik geluk-kig tegen, ik kies er zelf voor.’

Page 28: Trajectum 15/16 #03

28 TRAJECTUM#3 08032016

Jorim Koorevaar (21)derdejaars Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Wat is jouw hang naar authenticiteit?‘Ik hanteer een “derdehands-leefstijl”: zolang spullen werken en niet duur zijn, ben ik blij. Ik bezit een oude laptop met accu aan de buiten-kant, bel met een oude Nokia mobiel en mijn kleding komt van de kringloopwinkel. Alles gaat tegenwoordig zo snel, ik hou juist van een rustig en sober leven. Daarnaast heb je als mens niet veel spullen nodig. In een notitie-boekje schrijf ik al jaren op wat ik dagelijks uitgeef en ik woon lekker goedkoop bij mijn ouders. Mijn geld geef ik liever uit aan muziek-festivals.’

Waar komt dat vandaan?‘Vroeger wilde ik ook de coole kleding die de rest droeg. Maar naarmate ik ouder werd, kreeg ik steeds meer schijt daaraan. Ik heb echt geen hekel aan digitale ontwikkelingen, maar ze maken je leven er niet altijd beter op. Mijn minimalistische leefstijl komt ook van pas in mijn opleiding: werken met mensen weegt voor mij zwaarder dan het verdienen van veel geld.’

Hoe ziet je toekomst eruit?‘Ik had ooit een hippie-ideaal om zelfvoorzie-nend te leven. Daar kom ik van terug, dat is mij te moeilijk. Het wordt ook steeds lastiger om primitief te leven omdat er meer van je wordt verwacht als volwassene. Je moet met van alles meedoen en op de hoogte zijn. Dat lijkt me best moeilijk.’

Page 29: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 29

Eza Doortmont (22)vijfdejaars Journalistiek Wat is jouw hang naar authenticiteit?‘Ik fotografeer met een camera uit begin jaren zeventig en een rolleicord uit 1939. Geen digitale fotografie dus, alleen analoog. Dus in plaats van een SD-kaart steek ik ou-derwetse rolletjes in mijn camera. En die moeten in de winkel ontwikkeld worden. De negatieven scan ik in.’

Hoe kwam je erbij hiermee te beginnen?‘Ik werd chagrijnig omdat iedereen overal honderdduizend foto’s van maakt. Analoge fotografie zorgt ervoor dat je beter nadenkt voordat je een foto maakt. Als ik een rolletje volschiet, is het nooit een samenraapsel. Nu ben ik er zoveel mee bezig dat het echt mijn leven is geworden. Ik zou niet anders meer willen.’

Dat klinkt omslachtig en duur.‘Ik klik minder dan met een digitale camera, anders kost het me te veel geld. Het ontwik-kelen van foto’s is duur. Ik doe het altijd bij een winkeltje in Utrecht dat maar drie dagen in de week open is. Over veertig jaar wil ik gewoon zeker weten dat al mijn jeugdfoto’s niet verloren zijn gegaan. En aangezien ik mezelf niet vertrouw met digitaal opslaan, is dit mijn enige uitweg.’ |

Page 30: Trajectum 15/16 #03

30 TRAJECTUM#3 08032016

DECOLUMN

Bijna 21 jaar werk ik nu op de School voor Journa-listiek. In die tijd heb ik vaak mijn excuses ge-maakt. Soms voor iets stoms dat ik zelf had ge-daan. Soms voor iets van een ander, waarvan ik vond dat iemand sorry moest zeggen. Ik heb ook excuses aangeboden gekregen, van studenten en van collega’s. Van andere mensen in de organisa-tie heb ik in die 21 jaar nooit – ik herhaal: nooit – excuses gehoord.

Dat is vreemd. Niet omdat ik excuses verwacht voor dingen die ik fout vind, maar anderen mis-schien niet. Zoals het feit dat we nomaden in ons eigen gebouw zijn geworden, omdat iemand er-gens hogerop heeft besloten dat flexplekken the bomb zijn. Wat er bij mij echter niet ingaat, is dat docenten en studenten de enigen zijn die wel eens fouten maken, gemeten naar algemeen aan-vaarde normen en waarden.

Zo heb ik vaak meegemaakt dat roosters er niet op tijd waren, dat studenten en docenten werden aangesproken als ondergeschikten en speel ik in de nieuwe lokalen alweer een week of zes Rus-sisch roulette met de techniek, die de ene les zo-maar werkt en de volgende les totaal weer niet. Nooit een excuus van al die mensen die in dit al-les de hand hebben gehad.

Nu is het best mogelijke excuus dat de persoon in kwestie de zaak alsnog netjes regelt. Maar dat zij of hij daarbij een ‘sorry’ eruit perst, is toch ook mooi meegenomen. En vaak al genoeg om de teleurstelling bij mij te laten verdampen. Om de toekomst in te stappen, is het zaak het verleden netjes af te sluiten.

Het dieptepunt maakte ik ooit met Trajectum mee. Een half jaar lang werd ik niet betaald voor mijn column. In die periode werd niet duidelijk wie daarvoor de verantwoording droeg, de redac-tie was het in elk geval niet. Uiteindelijk stopte ik met schrijven, in de verwachting dat nu wel ie-mand zou opstaan en zeggen: ‘Eeuh… lullig voor je, en by the way: het was mijn fout.’ Ik zal een lang verhaal kort maken: dat excuusje kwam er nooit. Sorry seems to be the hardest word.

Sorry

REMKO VAN BROEKHOVEN, DOCENT JOURNALISTIEK

Page 31: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 31➤

DE ELECO

NOMIE ➤

Page 32: Trajectum 15/16 #03

32 TRAJECTUM#3 08032016

Airbnb, Uber, Maaltijd aan

Huis: we delen steeds meer in

de nieuwe economie. Ook

handig voor studenten met

een smalle beurs. | ANDONNY DE BRUIJNE

Page 33: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 33

ACHTERGROND

ie liever zelf achter het stuur kruipt zonder een auto te hoeven kopen, kiest tegenwoordig voor Greenwheels of Snappcar. In het Zweedse Göteborg

kan dat al sinds 1988, via Bilkoop. Exclusief voor buurtbewoners. Bilkoop heeft geen personeel, maar zo’n driehonderd leden die samen 22 auto’s beheren. Via een roulatie-systeem onderhoudt elk lid geregeld een auto. Samen beslist de groep over verzeke-ringen, vervanging van auto’s en het toela-ten van nieuwe leden. Gemiddeld besteedt een lid vijf tot tien uur per jaar aan werk-zaamheden.

Delen is in, maar meer dan een hype. Vol-gens recent onderzoek van het Nederland-se kennis- en adviescentrum NCDO gaat de deeleconomie een zonnige toekomst in Nederland tegemoet. Jongeren zien het gemak van delen en dankzij online applica-ties wordt het ook nog eens gemakkelijk gemaakt. Dat gemak verklaart ook de po-pulariteit ervan: het internet verbindt men-sen met elkaar. Sinds de komst van deel-websites en apps geeft bijna één op de vijf jongeren aan meer te delen dan voorheen.

W➤

Page 34: Trajectum 15/16 #03

34 TRAJECTUM#3 08032016

DELEN OF RUILEN

Voor de duidelijkheid: er is een onderscheid tussen ruilen en delen. In de wereld van de deeleconomie worden de termen ruil- en deeleconomie nog al eens door elkaar ge-bruikt. Meestal wordt hetzelfde bedoeld, maar er zijn verschillen. Niet alle initiatieven zijn even onbaatzuchtig. Op het internet is een oerwoud aan kreten en termen te vin-den. Zie infographic.

Het idee van delen of ruilen is al oud. Jouw brood voor mijn krop sla. Anno 2016 gaat het wel anders. Voor de moderne deeleco-nomie zijn grofweg twee dingen belangrijk: een internetverbinding en andere mensen (om mee te delen). Ook wel peer-to-peer genoemd. Dus zonder tussenkomst van der-den.

De deeleconomie biedt een alternatief voor het bezitten van dingen. In plaats van iets te kopen, delen, ruilen, wisselen, huren of han-delen mensen. Maarten ter Huurne, docent en onderzoeker bij het lectoraat crossmediale communicatie in het publieke domein aan de HU, doet promotieonderzoek naar verschillende as-pecten van gedeelde consumptie en de mo-tivatie van de deelnemers.

AVONTUURLIJKTer Huurne: ‘Delen is vaak goedkoper dan kopen. Zo blijkt uit onderzoek dat een auto kopen lang niet altijd zo voordelig is. Want de gemiddelde auto in Noord-Amerika en West-Europa wordt slechts 8 procent van de tijd gebruikt. Daarnaast moet de auto wor-den aangeschaft en onderhouden. Gedoe waar niet iedereen op zit te wachten.

Daarnaast draait het bij het delen volgens de onderzoeker om de beleving en de erva-ring die mensen ermee opdoen. ‘Wanneer iemand gebruikt maakt van Airbnb - de on-

‘Even het gevoel dat

je een local bent’

Caitlyn Terra (22, vijfdejaars jour-nalistiek) boekt via Airbnb.

‘Airbnb is stukken goedkoper dan wanneer ik naar een hotel zou gaan. Ik heb nu drie keer gebruikgemaakt van een kamer, alle drie de keren in Parijs.

Ik wilde graag een weekendje weg, maar had weinig budget. Ik keek wat Airbnb precies inhield. Dood-eng. Want je hebt geen idee waar of bij wie je terechtkomt. Maar dat is juist wat het zo aantrekkelijk maakt. De spanning. Het voelt alsof je op avontuur gaat.

De eigenaar was niet thuis, toen ik de eerste keer bij een appartement kwam. Natuurlijk heb je van te vo-ren wel contact en ik kreeg allerlei beveiligingscodes. Wat het zo bij-zonder maakt is dat je even het ge-voel hebt dat je een local bent. Je zit niet in een hotel tussen toeris-ten. Maar gewoon, in een normale wijk tussen bewoners. Het mooie is ook dat je makkelijker andere mensen ontmoet. Ik heb een keer bij iemand geslapen met wie ik de volgende ochtend gezellig aan het ontbijt zat. De overnachting kostte me 30 euro. Het ontbijt bracht ze niet in rekening. Ter ver-gelijking: in een hotel zou ik hon-derd euro meer hebben betaald.’

Page 35: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 35

‘Anderen helpen is niet

meer dan normaal’

Areg Sahakian (23, derdejaars communicatiemanagement) woont sinds een jaar in Overvecht. In ruil voor vrijwilligerswerk krijgt hij een fikse korting op de huur van zijn appartement.

‘Ik woon in een flatgebouw waar ik vrijwilligerswerk doe. Dat is nodig omdat veel mensen hier eenzaam zijn. Samen met nog drie andere studenten organiseren we activitei-ten en proberen we ze uit hun isole-ment te trekken. Bijvoorbeeld met de feestdagen of gewoon door sa-men een spelletje spelen.

Om dit werk te kunnen doen is het belangrijk dat je betrokken bent. Je moet feeling hebben met de wijk en met de mensen die er wonen. De flat is oorspronkelijk een senioren-flat, er wonen nog veel ouderen.

In ruil voor vrijwilligerswerk krijg ik een eigen appartement en behoor-lijke korting op de huur. Onderaan de streep betalen we minder dan de gemiddelde student aan een kamer betaalt.

Voor een student is het best luxe om een eigen appartement te heb-ben. Alles erop en eraan. Daarom vind ik het ook helemaal niet erg om vrijwilligerswerk te doen. Ge-middeld zo’n acht uurtjes per week.

Ik doe dit trouwens niet omdat het financieel aantrekkelijk is. Dan zou ik het nog geen maand volhouden. Als je in staat bent je omgeving te helpen, dan heb je ook die morele verplichting. Dat is voor mij niet meer dan normaal.’

line marktplaats voor verhuur en boeking van privé-accommodaties - is het toch hart-stikke avontuurlijk om bij een wildvreemde een kamertje te huren. Ervaringen delen wordt vaak minstens zo belangrijk gevon-den.’ Vijfdejaars journalistiekstudent en Airbnb’er Caitlyn Terra is het met Ter Huurne eens. ‘Je hebt geen idee waar of bij wie je terecht komt. Maar dat is misschien juist wat het zo aantrekkelijk maakt.’

MENS-ERGER-JE-NIETENDeeleconomie heeft alles te maken met so-ciaal zijn. Ter Huurne vergelijkt het met al-truïsme. Iets doen voor een ander, zonder dat je daar zelf beter van wordt. Puur on-baatzuchtig. Een voorbeeld is de deelweb-site Peerby – het online platform waar buren elkaar spullen uitlenen. Dat kan van alles zijn. Even gauw een ovenschaaltje nodig? Plaats een oproepje op Peerby.

Zin in een spelletje. Binnen dertig minuten kun je een potje Mens-erger-je-nieten op het bord van een buurtgenoot. Eenmaal ingeschreven, ontvangen Peerby’ers gere-geld oproepjes van buren in de e-mailbox.

KAMERTEKORTHet idee van delen biedt ook een oplossing voor het chronische kamertekort in grote

steden. Wie het niet ziet zitten om voor vier-honderd euro per maand in een kamer te wonen die niet veel groter is dan een be-zemkast, kan in ruil voor vrijwilligerswerk een riant appartement bewonen.

Zoals derdejaars communicatiemanage-mentstudent Areg Sahakian. Via de Acade-mie van de Stad – een organisatie die stu-denten laat bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen – schreef hij zich in voor hen project Springlevende Wijk. In opdracht van gemeente Utrecht en woningcorporatie Mi-tros organiseert hij allerlei activiteiten voor de flatbewoners van het complex waarin hij woont in Overvecht. Doel is om beter met elkaar te samenwonen. In ruil daarvoor krijgt hij een woning en korting op de huur.

ELKAAR HELPENEen economie die voor het grootste gedeel-te op delen is gebaseerd, brengt ook onze-kerheid en risico met zich mee. Zonder ei-gendom van goederen, bouwen mensen ook geen vermogen op. En zonder vermogen, valt er niks te verpanden in tijden van geld-nood. Uit het onderzoek van NCDO blijkt dat 82 % van de Nederlanders geregeld din-gen met elkaar deelt. Met als belangrijkste reden om anderen te helpen. En dat is waar het binnen de deeleconomie tenslotte alle-maal om draait. |

Page 36: Trajectum 15/16 #03

36 TRAJECTUM#3 08032016

Gino Arendsz en Yoeri Rhemrev van Findwhatsleft. Zien hun startup als spelen in de zandbak. Gino droomt ervan later met een bakje koffie voor zijn eigen bedrijf te zitten. Dan doet hij precies wat hij leuk vindt.

Page 37: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 37

DOE HET

LEKKER ZELF

Werken onder één baas? Niet meer van

deze tijd, is de opvatting van ambitieuze

jongeren die een start-up hebben opgezet.

Het gaat vooral om zelfontplooiing. En iede-

re ondernemer heeft de droom er een mil-

joenenbedrijf van te maken. ‘Als het concept

maar klopt.’ | DOOR NINA BOGOSAVAC EN ANDONNY DE BRUIJNE

Page 38: Trajectum 15/16 #03

38 TRAJECTUM#3 08032016

In het satirische tv-programma Koefnoen schetsen ze het fenomeen van start-ups in alle clichébeelden: twee vrienden – kek bril-montuur, knotje – in ‘een creatieve denk- en werkfabriek’, wachtend op ‘traffic’ voor hun website. Natuurlijk is de sfeer ‘wáánzinnig inspirerend’. ‘En ze hebben hier fantasti-sche skinny lattes’. Het is een parodie, maar het typeert haar-fijn het imago van jonge, ambitieuze onder-nemers met oog voor hip en happening. ‘Het beeld is herkenbaar, start-ups zijn in-derdaad een hype.’ Dat zegt voormalig HU-student Internationale Bedrijfseconomie Nina Meiling (27). Ze bedacht met zaken-partner Marieke Spaan (28) twee jaar gele-den CashWijzer, een IT-service voor het ma-nagen van vaste contracten, zoals die van energiemaatschappijen en verzekeringen. Meiling: ‘We hebben het hier weleens over start-up-bingo. Maar als die onzin aan de kant wordt geschoven, heeft een start-up veel voordelen. Met name de grenzeloos-heid spreekt veel ondernemers aan.’

MILJOENENBEDRIJFMeiling heeft het over de schaalbaarheid van de ondernemingsvorm: je begint met weinig geld, maar een goed concept heeft de potentie om gigantisch te worden. ‘Ie-dere ondernemer achter een start-up hier heeft de droom er minimaal een miljoenen-bedrijf van te maken’, meent Meiling, die met haar jonge bedrijf is aangesloten bij incubator UtrechtInc in Utrecht Science Park. Zo’n incubator helpt start-ups met lage kantoorkosten en in-house kennis. Het is als het ware een gespreid bedje voor be-ginnende ondernemingen. Een ‘bedje’ waarvan Nina en Marieke slim gebruikmaak-ten. De twee zakenpartners begonnen in 2014 met Cashwijzer en kunnen er inmid-dels van leven.

Voordat Nina en Marieke zich aansloten bij UtrechtInc, werkten ze allebei als freelan-cer. ‘Zoiets als een start-up kwam tijdens mijn bachelor en master niet in mij op. Het werd ook nooit als mogelijkheid geopperd door docenten. Nu zou ik niet anders wil-len. Je maakt continu dingen waar behoefte aan is en je bent heel dicht bij de kern van je bedrijf. Als consultant in een grote on-derneming is je invloed minder transparant.

Bij een start-up is het helder: je ziet het ef-fect van wat je doet.’

STUDENTENOok voor ondernemende studenten van de HU en Universiteit Utrecht is er een incuba-tor: StudentsInc. Deze is er vooral om jon-geren ondernemerschapscompetenties te leren, legt studentenvoorzitter Erik van Veen uit. ‘Bij StudentsInc draait het met name om het ontwikkelen van deze vaardig-heden, en niet om start-ups uit de grond te knallen. Falen is hiervan een onderdeel, net

TOP-INCUBATOR

UtrechtInc is één van Nederlands grootste spelers in start-up-incuba-tors. Tussen 2009 en 2014 heeft het bedrijf in De Uithof 135 start-ups ondersteund. Het gaat daarbij om 39 miljoen euro omzet en 630 ge-creëerde banen. De Utrechtse incu-bator kreeg eind 2015 de elfde plaats toegewezen in de top 25 van beste universiteitsincubators ter wereld. Alleen het Delftse Yes!Delft deed het in Nederland beter – zij eindigden op de negende plaats. 220 universiteitsincubators uit zes-tig verschillende landen zaten in de race om een plekje in de top 25 te bemachtigen. Deze lijst wordt niet voor niets samengesteld. ‘Start-uppen’ is een wereldwijde trend waarin veel geld omgaat.

Page 39: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 39

Marieke Spaan en Nina Meiling van Cashwijzer. Willen er mini-maal een miljoenenbedrijf van maken, kunnen er nu al van le-ven. Verbazen zich erover dat een start-up tijdens een studie niet als mogelijkheid langskomt.

als samen met je team weer opstaan en doorgaan.’

Zo ging het ook bij zijn eigen start-up. Erik studeerde Communication & Multimedia Design aan de HU en leerde zakenpartner Mike Schaap kennen tijdens zijn afstudeer-project, uitgevoerd en begeleid door Stu-dentsInc. Hun start-up Kollabo is de basis voor het webbureau dat ze nu runnen. Afge-lopen jaar stonden ze ermee op een van de grootste tech/web-conferenties: The Next Web. Maar winstgevend is hun concept nog

niet. Daarom richtten ze afgelopen jaar ook webbureau We Seek Trouble op, om geld binnen te halen. Nu hebben we een betere balans tussen geld verdienen met ons be-drijf en innoveren met onze start-up Kol-labo. Dat geeft rust en inzicht voor nieuwe ideeën.’

ZELFONTPLOOIINGOok Erik ziet de schaalbaarhied als het grootste verschil tussen een gewone onder-neming en een start-up. Een normaal bedrijf heeft voor duizend nieuwe klanten mis-

Page 40: Trajectum 15/16 #03

40 TRAJECTUM#3 08032016

schien wel tweehonderd nieuwe werknemers nodig, terwijl een schaalbare start-up tien-duizend nieuwe klanten kan bedienen zon-der iemand extra in dienst te hoeven nemen. Zo kan een start-up exponentieel groeien zonder enorme hoeveelheden mensen aan te nemen of ruimtes te moeten huren/ko-pen.Erik: ‘We Seek Trouble is niet schaalbaar. Het bestaat uit een groep creatieve mensen. Een platform als Kollabo heeft die potentie wel.’Voor zijn eindscriptie onderzocht Erik de vraag waarom generatiegenoten verschil-lende uitdagingen aan willen gaan en niet kiezen voor één werkgever. Zijn antwoord begint bij de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, toen de focus volledig lag op het herstel van de economie. Erik: ‘Je moest blij zijn met wat je had. Bij onze ouders kwam hierin al een kleine switch. En onze generatie gaat een stap verder: wij zijn al-leen maar bezig met zelfontplooiing. En met dat in je achterhoofd is werken voor één baas niet te doen. Het is dus echt een gene-ratieding.’

DRIJFVERENJe lijkt haast gek als je niet onderneemt, zo lijkt de boodschap. En zo ervaart onderne-mer en student Gino Arendsz (25) dat ook. Hij zou het zelfs egoïstisch vinden als hij met alle mogelijkheden zijn kansen niet zou pak-ken. ‘Het voelt haast alsof ik het aan mezelf verplicht ben. Van generaties vóór ons werd verwacht dat ze kozen voor zekerheid en de gebaande paden, maar daar kijken we nu anders tegenaan.’Vier dagen per week werkt hij op kantoor en op donderdagen boekt hij steevast zijn vrije dag voor zijn start-up in wording: Find-whatsleft. Een website en toekomstige app die voedselverspilling moet tegengaan. Heel eenvoudig: mensen melden via site of app dat ze eten of ingrediënten over heb-ben. Anderen kunnen dat dan ophalen.Gino en zijn zakenpartner Yoeri Rhemrev (24) zijn helemaal geen hyper bewuste foo-dies. ‘Dat hoeft ook niet, vindt Gino. ‘Ik vind het tof erachter te komen wat de drijfveren zijn van anderen. Daar speel ik op in met een onderneming. Veel initiatieven falen, maar dat is oké. Dat scheidt het kaf van het ko-ren.’

Volgens Gino draait het vooral om uitprobe-ren. ‘Ik vergelijk het opzetten van een start-up met spelen in een zandbak. Je probeert iets uit en lukt het niet, dan begin je op-nieuw.’ Volgens Gino is het nú de tijd om te onder-nemen: door internet is elke drempel daar-voor weg. Je kunt zelfs al tijdens je studie actief ondernemer zijn. Zelf moet hij ook nog afstuderen, maar hij vond al tijdens zijn studie Muziekmanagement aan de HKU een baan. ‘Iets met onderwijs en ICT, super leuk, maar mij lag het niet zo. Ondernemen, dat ligt mij wel.’ De toekomstdroom van Gino en veel onder-nemende leeftijdgenoten: later met een bakje koffie voor een eigen kantoor zitten. Maar dan op een meer realistische manier dan in Koefnoen. Gino: ‘Dat doel heb ik ook opgeschreven en daar wil ik keihard voor werken. Als ik dit altijd kan doen, doe ik pre-cies wat ik leuk vind en “werk” ik geen dag van mijn leven.’ |

Erik van Veen, van Kollabo en WeSeekTrouble. Vindt de keu-ze voor een startup echt een generatieding. Falen hoort daarbij, maar ook een balans tussen innoveren en geld ver-dienen.

Page 41: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 41

SPRING is hét festival waar je vernieuwende theater-makers en choreografen uit binnen- en buitenland ontdekt. Op vrijdag 20 mei staat er een Double Bill op het programma met de Europese festivalhit Sons of Sissy waarbij het publiek op onverwachte manier kennis maakt met Alpenfolkore en 6: THE SQUARE waarin (square)dans, mode, beeldende kunst en Electrobeats samenkomen.

Je krijgt het festivalgevoel helemaal te pakken door op één avond twee totaal uiteenlopende voorstel-lingen te zien. Je kan erbij zijn op 20 mei in de Stadsschouwburg! Reageren t/m 8 mei.

Winnen? Check www.trajectum.hu.nl/cultuur of www.uitagendautrecht.nl

i.s.m.

www.uitagendautrecht.nl

UITTIPS

1 T/M 17 APRILTWEETAKTDiverse locaties Het Utrechtse kunstenfestival Tweetakt biedt dit voorjaar weer een aanstekelijk programma met theater, dans, muziek en beeldende kunst van jonge, talentvolle en ervaren makers uit binnen- en buiten-land. Het bruisende festivalhart van Tweetakt, een houten dorp met tijdelijk stadsrestaurant, muziekpodium en di-verse special events, is op de Neude. Enkele namen uit de muzikale line-up zijn: Jacco Gardner, De Likt, Rats on Rafts, Sef en een speciale 3voor12avond. Tweetakt op Fort Ruigenhoek vindt plaats van 9 april t/m 29 mei in de weekenden. www.tweetakt.nl

VANAF 1 APRILFULL CONTACTFilmtheater ‘t HoogtFull contact van de Nederlandse regis-seur David Verbeek gaat over de psychi-sche aftakeling van een dronepiloot. Hij is nooit in de landen geweest die hij nu aanvalt en heeft nog nooit het vliegtuig aangeraakt dat hij gebruikt om te doden. De moderne oorlogsvoering houdt hem veilig en losgekoppeld van zijn prooi. Dan bombardeert hij per ongeluk een school. Overmand door schuldgevoelens raakt hij in een existentiële crisis en gaat hij op zoek naar een nieuwe betekenis van zijn leven. Op zoek naar werkelijk contact. www.hoogt.nl

19 MEIDE STORM - NEDERLANDS KAMER-KOOR MET HADEWYCH MINISTivoliVredenburgActrice en zangeres Hadewych Minis ont-moet de zangers van het Nederlands Kamerkoor. Samen bijten zich vast in Sha-kespeare’s wereldberoemde toneelstuk De Storm over dienstbaarheid en onder-drukking. Minis vertaalt Shakespeare’s thematiek naar het hier en nu. Maar is zij wel helemaal zichzelf? Of is ook zij een marionet ? Zijn we dat misschien alle-maal? De teksten zijn van Spinvis. Is het dan een lezing of is het een concert? Één ding weten we zeker: ‘foul is fair, and fair is foul’. Niets is wat het lijkt. www.nederlandskamerkoor.nl

beel

d: A

nna

van

Kooi

j

beel

d M

oniq

ue S

haw

beeld: Kamerich & Budwilowitz EYES2 2 Arne Hauge

3X2 VRIJKAARTEN VOOR SPRING DOUBLE BILL

Page 42: Trajectum 15/16 #03

42 TRAJECTUM#3 08032016

Technologische vooruitgang brengt ons de meest gewel-

dige apps en series. Maar het snoept ook tijd af van echt

contact, ondervindt net afgestudeerd freelance-journalist

Nina Bogosavac. De oplossing: een ouderwets (reallife)

kopje koffie. | NINA BOGOSAVAC

Pleidooi voor echt contact

Page 43: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 43

Jas aan, rugzak omgord en een ferme trap op mijn fiets: ik ben aan het afstuderen maar een dag studie is meer een oeverloze zoek-tocht waarbij ik van studentenkamer naar bibliotheek tijg en uiteindelijk neerstrijk in een hip koffiecafé. Op die laatste plek kom ik de afgelopen jaren vaker, en niet alleen omdat ik zo gek ben op het bruine goedje. Ik heb behoefte aan een fijne werkplek met mensen om mij heen, echte mensen. Vijf jaar geleden ben ik naar Utrecht ver-huisd voor een studie waarbij ik veelal zelf-standig en op een laptop kan werken. En ja, dan is een kamer als werkplek soms best allenig. Daarom heb ik tijdens het werken digitaal contact via Facebook en WhatsApp. En bij wijze van pauze kijk ik een aflevering van mijn favoriete serie. Die snackjes van contact met de buitenwe-

reld zijn best leuk, merk ik. Leuk, maar niet echt bevredigend. Net zomin als het binge-watchen van series dat is, met een bord eten op je schoot. Oké, misschien prima als je wil herstellen van een heftige kater of een lan-ge dag werken. Maar er komt altijd een mo-ment dat je serie aan het laden is, je gezicht doemt op in de reflectie van het zwarte beeldscherm en je vraagt je af wat je in he-melsnaam aan het doen bent met je leven.

FEESTHet dieet van contact-snacks en binge-watching zette ik zelfs door toen ik van een klein studentenhuis naar een stadspand met elf bewoners verhuisde. Het komt misschien doordat we geen gemeenschappelijke ruim-te hebben, maar toch: de hoeveelheid on-derling contact is niet wat je verwacht van

een huis vol studenten of starters op de ar-beidsmarkt. Hoe individualistisch wij zijn, werd me pijn-lijk duidelijk in gesprek met een 25 jaar ou-dere kennis. In zijn herinnering was ‘op ka-mers gaan’ één groot feest en werd ieder vrij moment doorgebracht met diepe ge-sprekken over het leven en een incidentele slok bier. Hoe anders is de situatie waarin ik en veel generatiegenoten verkeren: af en toe samen eten, vooruit. Maar verder is het druk-druk-druk en wordt een eigen schema gevolgd waarbij me-time vooral met een bordje op schoot wordt doorgebracht. Het lijkt mij ook best heftig, de hele tijd met andere mensen doorbrengen. Maar het is misschien nog slechter, besef ik nu, om te worden opge-slokt door alle technologische dingetjes.

coffee to go

coffee to stay

Page 44: Trajectum 15/16 #03

44 TRAJECTUM#3 08032016

MIJN GENERATIEDeze situatie hoort bij de wereld wereld waarin we nog wel even zullen leven, ben ik bang. Flexwerken, nieuwe economie en tal-loze technologische innovaties: ze geven talloze mogelijkheden, maar we verliezen ook iets. Het is niet tof om in slaap te vallen met je mobiel aan je wang gekleefd. Of om last te hebben van een verhitte onderrug door de warme laptop die als een koalabeer in mijn rugzakbuidel vertoeft. Voor mij zijn deze dingen niet zo nieuw, maar vooral heel ‘gewoon’. En ik vrees dat ik voor heel mijn generatie spreek. Met mij gebruiken vrijwel alle jongeren soci-ale media, blijkt uit CBS-onderzoek. De meerderheid (51%) gebruikt het een één uur tot drie uur per dag, maar 8% zelfs vijf uur of langer. De helft zegt een negatieve invloed te ervaren van al dat socialmediagebruik. De meest genoemde redenen om ze wel te ge-bruiken zijn dat social media leuk zijn en dat je ermee in contact blijft met anderen. Dat geldt voor mbo-, hbo- en universitair stu-denten. En ook voor mij. Dat ik mijn ‘echte’ sociale leven daardoor een beetje vergeet is schandelijk, maar

neem ik op de koop toe. Het is stiekem best makkelijk om niet de deur uit te gaan maar wel een paar vrije uurtjes door te brengen met hoofdrolspelers van een serie. Er moet al zoveel, laat mij maar even. Ik vermaak me wel.

CONTROLEDie neiging om je terug te trekken in cocoo-ning-gedrag komt volgens een onderzoek in opdracht van The New York Times niet voort uit gemakzucht, maar door een angst voor het gesprek. Een echt gesprek dus. Simpel-weg omdat we gewend zijn geraakt aan een nieuwe manier van samen alleen zijn. Toe-gerust met technologie zijn we continu in contact met elkaar én honderd anderen. Doordat we de mobiele apparaten de hele dag meeslepen, verandert niet alleen wát we doen in ons leven, maar ook wie we zijn.

We leiden steeds meer een leven dat is aan-gepast aan onze wensen, een leven waarbij we voortdurend zelf kunnen kiezen waar we onze aandacht op richten. We zijn in control. En wat doen we met deze felbegeerde posi-tie? Ongeduldig als we zijn, kiezen we voor

de situaties waarin we alleen datgene hoe-ven te doen waar we zin in hebben.

BARISTAEn die keuze herken ik. Want ‘echt’ contact is niet altijd efficiënt en effectief. Het brengt ook frustratie, vermoeidheid en zelfs saai-heid met zich mee. Bij het inschakelen van een digitale vervanger heb je hier geen last van. We zijn dan ook, aldus het onderzoek, geneigd om te denken dat onze kleine ‘teugjes’ online communicatie via Twitter en Facebook bij elkaar opgeteld overeenko-men met een grote slok van een ‘echt ge-sprek’. Maar hoe waardevol ook, het biedt geen volwaardig alternatief voor een echt gesprek.Waar ik naar op zoek ben, is dat wat nu in het dagelijks leven iets te vaak wordt verme-den: een real-life community, met de nega-tieve en de mooie kanten van echt contact. En mogelijk is de 50 procent van jongeren die negatieve gevolgen ondervinden van sociale media er ook naar op zoek. We ma-ken het onszelf knap lastig, getuige de volle koffietentjes met mensen die wel samen willen zitten maar naast een ‘let jij op mijn

pauze tijdens het afstuderen Netflix als beste vriend? me-time

Page 45: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 45

koffiebarspelletjes

avondje met vrienden

laptop’ niet echt met elkaar praten. Al is de barista wel altijd in voor een praatje en her-kent je na vijf keer latte-met-volle-melk-en- kaneelpoeder wel.

KOFFIECULTUURIn de mini-documentaire ‘Welkom’ over de rol van specialty coffee in Utrecht vertelt een eigenaar dat hij zijn minimalistische zaak oprichtte vanuit een behoefte om terug te gaan naar de essentie. Een plek waar het prettig is, waar je dingen kan loslaten, zegt hij. Zoiets als een modern buurthuis dus. En het werkt: de vaste klanten komen bij hen staan kletsen over het wel en wee in hun leven. Ze komen dus niet alleen voor de kof-fie. Mensen missen een vaste ontmoetings-plek en die rol wordt nu door hun zaak ver-vuld, aldus de eigenaren.Een inspiratie voor hoe ik mijn leven meer ‘offline’ sociaal kan inrichten vond ik niet in de Nederlandse koffiecultuur of mijn over-bevolkte maar soms heel stille huis. Ik vond het in een ander land. Tijdens een reporta-gereis in Georgië verbleef ik in een hostel dat was aangekleed als een grote huiskamer, waar schoenen verboden waren en spelle-

tjes werden gedaan op de met kleden en kussens bezaaide vloer. In de keuken was altijd een hostelganger of staff-medewerker aan het koken of een pot thee aan het zet-ten. ‘Eet je mee?’ was een doodnormale vraag en wee je gebeente als je aanbood mee te betalen. Voor en tijdens het eten voerden we diepe gesprekken over het le-ven terwijl een variant op borsjt wegprut-telde en de vriend van een medewerkster op zijn kop kreeg omdat hij veel te dure kip uit de supermarkt had gekocht. (‘Hoezo súper-markt, we hebben een markt!’) Ik genoot en besloot sindsdien wat meer ‘samen’ te doen, wat meer echt contact te maken en te praten. Hoe verlokkelijk die Netflix-serie op mijn kamer ook is. Terug in Nederland haalden mijn huisgenoten en ik een verstoft filterkoffie-apparaat van ie-mands oma naar beneden in plaats van het ééncups-apparaat en sjorden als kers op de community-taart nog een groot fornuis met vijf pitten naar boven. Zittend aan mijn thuiswerkbureau bedacht ik mij dat flexwer-ken op deze manier zo gek nog niet. Zolang je maar weet dat er ergens een pannetje staat te pruttelen. |

Page 46: Trajectum 15/16 #03

46 TRAJECTUM#3 08032016

Kijk op www.selectionasart.nl

Wesselo & Partners is een executive search bureau voor de publieke sector. Toonaangevend in haar marktsegment. Wegens groei in de vraag naar onze dienstverlening zijn wij op zoek naar een ervaren en ambitieuze

Managementassistent(e) (0,8 fte)

Het accent van de werkzaamheden ligt op het samen met de consultants verantwoordelijk zijn voor een perfecte uitvoering van onze opdrachten. Om deze uitdaging aan te kunnen moet je beschikken over een hoog ambitieniveau en proces- en projectmatig aantoonbaar stevig zijn. Je bent zelfstandig, accuraat, betrokken en proactief en vindt de administratieve ondersteuning die bij dit werk hoort vanzelfsprekend. We zijn op zoek naar kandidaten met HBO niveau die op het hoogste niveau weten te communiceren. Je houdt van dynamiek en hebt de ambitie om samen met ons mee te groeien.

Op www.selectionasart.nl vind je het uitgebreide functieprofi el. Het salaris en de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn uitstekend en worden in onderling overleg nader besproken.

Spreekt jou dit aan en pas je uitstekend in het gevraagde profi el? Reageer uiterlijk 19 maart 2016 via onze website en richt jouw sollicitatie aan onze offi cemanager Mirjam Kool. Wij lezen in jouw motivatie graag terug waarom juist jij de meest geschikte kandidaat/kandidate voor ons bent.

advertenties

3 2 1... IK KOM!JONGSTUT SPEELT

Op 21/22/24 april 2016 in

Cultuurhuis Stefanus. Meer informatie:

www.stut.nl

Voor Technische en Exacte Studieboeken

Delft Academic Press

www.delftacademicpress.nl

015 2782124

[email protected]

Uw eigen

studieb

oek

(inte

rnat

ionaa

l) uitg

even

?

Dat ka

n bij o

ns!

Neem

vrijb

lijven

d conta

ct op

Leeghwaterstraat 422628 CA Delft

WOON JE ALS STUDENT IN UTRECHT?HEB JE AL EEN HUISARTS IN UTRECHT?

NEE? IS VERPLICHT!SCHRIJF JE NU GEMAKKELIJK ON-LINE IN!

www.studentenarts.nl

JANSKERKHOF

Page 47: Trajectum 15/16 #03

08032016 TRAJECTUM#3 47

Trajectum, het redactioneel onafhanke-lijke magazine van Hogeschool Utrecht verschijnt 4 maal per jaar.

RedactieadresBezoekersadres; Bolognalaan 101, 3584 CJ UtrechtPostadres: Postbus 8611, 3503 RP UtrechtTel: 06-41621033Email: [email protected]/trajectum

RedactieJanny Ruardy (hoofdredacteur; 06-13581830; [email protected])Marc Janssen (eindredacteur; 06-51044062; [email protected])Gerard Rutten (redacteur; 06-42246590; [email protected])Maarten Nauw (webredacteur; [email protected])Nettie Peters (redactieassistent; 06-41621033; [email protected])Aan dit nummer werkten mee: Andonny de Bruijne (stagiair), Nina Bogosavac

Columnisten Nina Juffermans, Reint Jan Renes, Remko van Broekhoven

Fotografi e & beeldKees Rutten

VormgevingJoyce Vanhommerig

AdvertentiesBureau van [email protected], tel 023-571 47 45

Abonnementen: €15,- per jaargangDruk BDU, Barneveld

RedactieraadAleid Truijens, Alex Beishuizen, Hen-drien van de Weert, Reint Jan Renes, Sebastiaan Hameleers, Stef Verhoeven, Thianna Noordzij

@TrajectumAuteursrecht voorbehouden. Het is verboden om zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen of illustraties geheel of ge-deeltelijk over te nemen.

Gaat het leven je te snel? Heb je last van stress? En heb behoefte aan ont-spanning en rust? Mail dan Flow Yoga naar [email protected]. We mogen drie proeflessen wegge-ven. Wie weet, ga jij daar-na weer Zen door het le-ven.

FLOW YOGA

Ook sport helpt je om je mannetje te staan in de hectiek van deze nieuwe tijd. Olympos biedt 5 OlymPas maand-kaarten aan om kennis te maken met hun gevarieerde aanbod. Je kunt alleen meedingen als je nog geen OlymPas maandkaart hebt! Winnen? Mail Olym-pos naar [email protected]

OLYMPOS

Het boek ´Zou jij jezelf aannemen´ is geen doorsnee sollicitatieboek. Het boek leidt je naar een solide actie-plan, dat je meeneemt in de wereld van het nieuwe solliciteren.1 van de 5 boeken winnen? Mail Sol-liciteren naar [email protected]. Op naar je nieuwe baan!

SOLLICITEREN

WINACTIES

COLOFON

Page 48: Trajectum 15/16 #03

Mee

r Stu

dent

Sty

le?

Che

ck tr

ajec

tum

.hu.

nl/d

ossie

r/st

uden

tsty

le

Omschrijf je stijl: ‘Van alles. Vandaag een beetje hippie-achtig. Maar ik kan me morgen ook gerust compleet go-thic kleden. Als ik voor de klas sta, kleed ik me neutraler. Gewoon een spijkerbroek met een vrolijk Desigual shirtje zonder provocerende tekst.’ Waar shop je? ‘Deze broek heb ik van de Elf Fantasy Fair. Ik ga ook graag naar psychedelische winkels in Amster-dam en maak soms zelf kleding. Van-daag draag ik zelfgebreide sokken.’ Muziek? ‘Metal, het liefst Nightwish en After Forever. En klassiek: Bach en Mo-zart.’ Laatste feest? ‘Nightwish. En Biodanza, daar ga ik elke maand heen. Dat is een soort hippiefeest. Je krijgt er opdrachten, bijvoorbeeld om elkaar alleen met elkaars pink aan te raken. Het gaat er vooral om met elkaar en met jezelf in contact te komen. Kijk maar geen video’s van Biodanza hoor, dan zie je oude mensen die raar bewe-gen, haha. Je moet het gewoon zelf ervaren.’ Film? ‘Alles van Tim Burton. Zolang er maar geen puppies in een film doodgaan.’ Boek? ‘Julia van Rhijn-vis Feith, een negentiende-eeuwse schrijver. Iets van honderd pagina’s heerlijkheid. Dat taalgebruik!’ Politieke partij? ‘Links, maar ik verdiep me er pas in als er bijna verkiezingen zijn.’ Sport? ‘Ik doe aan downhill mountain-biken. Af en toe in het buitenland, maar het kan ook best in Nederland. In Zeist is er een mooie route. En sinds kort doe ik ook aan paaldansen. Ik kan inmiddels zelfs op m’n kop hangen.’ Belangrijkste les uit je opleiding? ‘Eén leraar geeft zo inspirerend les. Over protonen en al die hardcore scheikunde-shizzle. Het gebeurt wel eens dat hij een uur langer doorgaat en we maar door blijven vragen en leren.’ Hoe woon je? ‘Met m’n vriend in Amersfoort.’ Geloof je? ‘In mezelf en in vrolijk zijn tegen elkaar.’ Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Een 9. Hooguit zou ik groter willen wonen.’ Wat wil je later worden? ‘Groot! Scheikundedo-cent is logisch, maar er kan nog van alles gebeuren. Als geld geen issue was, zou ik een asielkattencafé begin-nen aan huis.’ | MAARTEN NAUW

PAULINE VAN DER MEULEN (21, TWEEDEJAARS LERARENOPLEIDING SCHEIKUNDE)

STUDENT STYLE